Quo Vadis Belgica?

2023: "gemiddelde" groei met onevenwichtigheden
Voor 2023 raamt het FPB de groei op 1,5% (na correctie voor prijsschommelingen). Dat komt dicht in de buurt van het gemiddelde van de voorbije 20 jaar (1,6%). Deze groei wordt evenwel gerealiseerd in een context waarin verschillende ontwikkelingen ver van hun langjarig gemiddelde zitten en bepaalde elementen in onbalans zijn:
- Dat is geval voor de investeringen. Met een stijging van 5,6% zitten ze duidelijk boven het gemiddelde van de voorbije 20 jaar (2,3%/jaar).
- De buitenlandse handel drukt de Belgische groei ten belope van 0,9%, terwijl ze gemiddeld in evenwicht zijn. De export in 2023 lijdt onder de zwakte van de wereldmarkten en de daling van onze looncompetitiviteit.
- De inflatie is nog hoog met een jaarlijkse stijging van de consumptieprijzenindex van 4,1% en van 4,3% voor de gezondheidsindex.
- De overheidsfinanciën zijn helemaal uit balans. Het begrotingstekort van de overheid (inclusief de sociale zekerheid) bedraagt 4,6% van het BBP, terwijl het in de periode 2003-2022 nog 2,8% bedroeg. De overheidsschuld vertegenwoordigt 105,2% van het BBP.
De groei van het BBP met 1,5% komt van een toename van de werkgelegenheid met 0,8% en 0,7% productiviteitsgroei. De werkgelegenheidsgraad van de bevolking op arbeidsleeftijd (personen tussen 15en 64 jaar) bedraagt 69,9% en 72,1% voor de groep van 20 tot 64 jaar.
2024-2029: vertraging t.o.v. het verleden en het Europees gemiddelde
De groei van de Belgische economie gaat tussen 1,3% en 1,4% uitkomen met een gemiddeld tempo van 1,34%. Dat is minder dan tijdens de voorbije perioden zonder zware crisissen en herstelbewegingen (grafiek).
Jaarlijkse groei van de Belgische economie (blauw) en gemiddelde van de periode zonder crisissen en herstelbewegingen (zwart)
In vergelijking met de Eurozone haalde de België zowel in de periode van 1995 tot 2008 als tussen 2011 en 2019*een hogere groei. In de komende 5 jaar zal de groei echter onder het gemiddelde van de Eurozone uitkomen.
Jaarlijkse groei van economie (na correctie voor prijsschommelingen):
1995-2008 | 2011-2019 | 2024-2029 | |
België | 2,4 | 1,5 | 1,3 |
Eurozone | 2,2 | 1,3 | 1,5 |
*zie ook het artikel Alles wat u altijd al wilde weten over de Belgische BBP-groei (maar niet durfde te vragen)
In de publicatie wordt niet nader ingegaan op de sectoren die aan de basis van de groei liggen. De evolutie van de grote uitgavencategorieën en de buitenlandse handel worden wel aangegeven:
Aandeel in BBP 2023 |
1995-2008 | 2011-2019 | 2024-2029 | |
% | Gemiddelde evolutie in % | |||
Particuliere consumptie | 51,5 | 1,7 | 1,6 | 1,5 |
Bedrijfsinvesteringen | 17,6 | 4,1 | 2,9 | 2,0 |
Saldo buitenlandse handel (in % van het BBP) |
0,3 | -0,1 | -0,2 | |
Export | 87,1 | 5 | 3 | 2,8 |
Wereldmarkten van BE | 6,4 | 3 | 3,2 | |
Overheidsconsumptie | 24,3 | 1,9 | 0,9 | 1,2 |
Overheidsinvesteringen | 2,8 | 1,5 | 3,2 | -1,0 |
Van de uitgavencategorie is de particuliere consumptie de belangrijkste. In de periode 2024-2029 zal ze grotendeels evolueren zoals in de periode 1995-2008 en 2011-2019. De toename van het beschikbaar inkomen afkomstig van de lonen en sociale uitkeringen wordt gecompenseerd door een lichte stijging van het spaargeld.
Voor de bedrijfsinvesteringen daarentegen wordt een forse terugval t.o.v. de periode 2011-2019 verwacht. Dat is voornamelijk te wijten aan het aflopen van de financieringsplannen en de hogere rentevoeten. Tegelijk gaat ook de interne financieringscapaciteit (rendabiliteit) achteruit. In percentage van het BBP daalt het netto exploitatieresultaat elk jaar, terwijl het tussen 2013 en 2019 en daarna in 2021-22 fors toenam.
Aandeel van het netto exploitatieresultaat in het BBP
Wat de buitenlandse handel betreft zou het saldo van de uitvoer en invoer negatief blijven met gemiddeld -0,2%. Dat is slechter dan in de periode 2011-2019 (-0,1%) en vooral tussen 1995 en 2008 toen de buitenlandse handel de groei nog met 0.3% per jaar deed toenemen. Deze verslechtering is te wijten aan het verlies van marktaandeel. In de periode 2024-2029 zullen onze markten met 3.2% per jaar groeien, wat sneller is dan in de periode 2011-2019. Maar volgens de prognoses van het Planbureau zal België daar niet van profiteren aangezien onze export slechts met 2,8% per jaar zal toenemen.
Ten slotte zal de directe activiteit van de overheid slechts in beperkte mate bijdragen aan de groei. In de komende 5 jaar zal de overheidsconsumptie (lonen, toelagen…) maar met 1,2% per jaar toenemen. De overheidsinvesteringen zullen naar verwachting met 1% per jaar dalen. De zwakke dynamiek van de overheid is een rechtstreeks gevolg van de toestand van onze overheidsfinanciën.
Inflatie normaliseert
Zonder nieuwe opstoot van de energieprijzen verwacht het Planbureau dat de inflatie gaat vertragen. In 2024 zal ze nog op 2,8% uitkomen en in 2025 op 1,8% terugvallen, waarna ze zou stabiliseren. De gezondheidsindex zou dezelfde trend volgen en in 2004 2,9%, in 2025 1,9% en daarna 1,8% bereiken.
Lauwe arbeidsmarkt
In 2024-2029 is de economische groei (1,3%/jaar) te danken aan een toename van de werkgelegenheid met 0,8%/jaar en een stijging van de productiviteit met 0,5%/jaar. Hiermee zitten we dicht bij de trends van 2011-2019, maar een heel eind onder die van 1995-2008.
Jaarlijkse groei van de economie (gecorrigeerd voor prijsschommelingen), werkgelegenheid, productiviteit
1995-2008 | 2011-2019 | 2024-2029 | |
BBP | 2,4 | 1,5 | 1,3 |
Werkgelegenheid | 1,1 | 0,9 | 0,8 |
Productiviteit/persoon | 1,2 | 0,5 | 0,5 |
In 2029 zullen 5,472 miljoen Belgen een job hebben, d.i. 73,1% van de personen tussen 15-64 jaar. De werkgelegenheidsgraad van de bevolking van 20 tot 64 jaar zal op 74.3% uitkomen, wat nog ver van de doelstelling van 80% is.
Ontsporing van de overheidsfinanciën
In de komende 5 jaar zullen de ontvangsten van de overheid (= alle overheidsniveaus en sociale zekerheid) gemiddeld minder snel toenemen dan de uitgaven: 2,8% vs 3,2%.
Met als gevolg dat het begrotingssaldo van -4,6% in 2023 zal oplopen tot -5,6% in 2029 en de overheidsschuld van 105,2% van het BBP tot 116,8% zal toenemen, wat in de buurt van het percentage van 1999 komt! Ter herinnering: "Deze projectie gaat uit van ongewijzigd beleid en houdt dus geen rekening met budgettaire consolidatiemaatregelen waarover nog geen beslissing is genomen (…) of maatregelen waarover wel een beslissing is genomen, maar waarvan de concrete details na 2024 nog ontbreken."
% BBP 2023 | 1995-2008 | 2011-2019 | 2024-2029 | |
Ontvangsten | 50,1% | 4,3 | 2,8 | 2,8 |
Uitgaven | 54,7% | 3,8 | 2,3 | 3,2 |
Waarvan sociale uitkeringen | 25,9% | 4,4 | 3,2 | 4,0 |
Zonder sociale uitkeringen | 28,8% | 3,4 | 1,5 | 2,5 |
Begrotingssaldo van de overheid: Overheidsschuld in % van het BBP:
Conclusie
De vooruitzichten op middellange termijn van de het Planbureau tonen dat België de periode 2024-2029 aanvat met een verzwakt groeipotentieel. Het verlies van competitiviteit, de afkalving van de rendabiliteit van de bedrijven, de inertie van de arbeidsmarkt en het tekort van de overheidsfinanciën zijn daarvan de oorzaak en vormen grote uitdagingen voor de volgende legislatuur.