Indoor Air Quality
Hoe wordt de kwaliteit van de binnenlucht gemeten?
Een belangrijke factor die de luchtkwaliteit verslechtert, is de aanwezigheid van mensen (en/of dieren) in een ruimte.
Aangezien mensen CO2 uitademen en de CO2-concentratie samenhangt met het aantal mensen en hun activiteit, is de CO2-concentratie een goede indirecte maatstaf voor de luchtkwaliteit in een ruimte. Die concentratie geeft ook een indicatie van de efficiëntie van de ventilatie.
Voor ruimtes die toegankelijk zijn voor het publiek, zoals horecazaken maar ook bioscopen, theaters en fitnesscentra ... is deze CO2-meting een verplichting. Op deze pagina vindt u meer informatie over de manier om de kwaliteit van de binnenlucht correct te meten.
CO2 referentie-instrument voor de kwaliteit van de binnenlucht
Buitenlucht bevat ongeveer 400 ppm CO2. De lucht die we uitademen bevat ongeveer 40.000 ppm CO2. Wanneer er verschillende mensen in een ruimte aanwezig zijn, neemt de hoeveelheid CO2 er dus snel toe. Bovendien wordt de hoeveelheid CO2 ook bepaald door het type activiteit: zo produceert iemand die zit minder CO2 dan iemand die aan lichaamsbeweging doet.
Om ook rekening te houden met luchtverontreiniging ten gevolge van andere omgevingsfactoren, variëren de drempels van de CO2-concentraties die zijn toegestaan:
- 1.200 ppm voor licht verontreinigde ruimtes die voldoen aan de eisen voor emissievrije materialen volgens het KB Vloerbekledingen (Praktijkrichtlijn "Binnenluchtkwaliteit in werklokalen" – Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (belgie.be))
- 900 ppm voor ruimtes die niet voldoen aan de eisen voor emissievrije materialen of in bijzondere omstandigheden (bijv. covid)
Deze CO2-drempelwaarden vormen dus de basis om de behoefte aan doeltreffende ventilatie, verluchting of zuivering van de lucht in ruimtes te bepalen om de kwaliteit van de binnenlucht te garanderen en het contaminatierisico te verkleinen. Er wordt ook rekening gehouden met het aantal mensen in een ruimte.
Belang van een correcte CO2-meting
Aangezien de CO2-concentratie de basisreferentie is, is het van cruciaal belang om deze concentratie correct te meten. Het juiste type CO2-sensor en de plaats van de sensor in de ruimte zijn hierbij van essentieel belang. Dit zijn de belangrijkste criteria in de wetgeving (BS 9 maart 2022) waarmee rekening moet worden gehouden:
- De CO2-sensor moet voldoen aan norm EN 50543: deze norm beoogt een snelle en nauwkeurige meting van koolstofmonoxide en koolstofdioxide in de omgeving.
Aangezien een CO2-sensor niet stabiel blijft gedurende een lange periode, moet het toestel zichzelf ijken of moet het worden herijkt aan de hand van duidelijke instructies van de leverancier.
- De installatie van de CO2-sensor in de ruimte moet ook duidelijk worden beschreven in de technische handleiding van het toestel. Plaatsing van de sensor in de ruimte:
- zo centraal mogelijk, of naast de thermostaat indien aanwezig. Voor grote of complexe ruimtes verdient het de voorkeur meerdere CO2-meters te plaatsen om altijd de juiste referentie te hebben.
- niet naast een deur of een raam
- duidelijk zichtbaar voor de mensen in de ruimte
- met naleving van voldoende afstand tussen de meter en personen (min. 1,5 m) aangezien uitgeademde lucht een heel hoge concentratie CO2 bevat. De hoogte waarop een CO2-meter wordt geplaatst, is dus ook belangrijk:
- op 1,7 m hoogte voor staande activiteiten
- op 1,1 m hoogte voor zittende activiteiten of voor een combinatie van staande en zittende activiteiten